Een rechtsstaat heeft nood aan een onafhankelijke rechterlijke macht. Eén van de kenmerken van een democratie is dat ze haar burgers beschermt tegen de willekeur van de overheid. Immers, in een democratische rechtsstaat moet de overheid zich houden aan het recht, waarvan zij de toepassing verzekert. Terwijl de bevoegdheid van de overheid beperkt is door de fundamentele rechten en vrijheden van de burgers.

Een maatschappij waar zowel de burger als de overheid gebonden zijn aan het recht, noemen wij een rechtsstaat.

Maar dat er grondwettelijke regels bestaan over de rechten en vrijheden van de burgers, is niet voldoende. Men spreekt pas van een echte rechtsstaat wanneer de burgers de overheid en de medeburgers kunnen dwingen tot het naleven van die rechten. Een essentieel onderdeel van een rechtsstaat is een onafhankelijke rechterlijke macht.

In een moderne democratie zoals België leiden verschillende instellingen het land. Dat beheer van ons land is verdeeld over de drie machten:

Die machten kunnen elkaar wederzijds controleren en beperken:

de wetgevende macht (het parlement) vaardigt de algemene regels uit die gelden tussen de burgers onderling en de burgers en de overheid. En het zijn ook de burgers die de leden van de wetgevende macht – het parlement – verkiezen.

de uitvoerende macht (de regering) moet de algemene regels die het parlement heeft opgesteld in de praktijk uitvoeren. De regering moet zich trouwens ook verantwoorden voor het parlement.

de rechterlijke macht (het gerecht) spreekt recht wanneer er conflicten ontstaan. Zowel tussen burgers onderling, als tussen de burgers en de overheid.

Hierbij moet de rechter niet alleen burgers veroordelen of straffen. Hij moet vooral bescherming en verdediging bieden wanneer de rechten van de burgers geschonden of bedreigd worden.